Begroting 2019

Grondbeleid

Visie grondbeleid in relatie tot de realisatie van doelstellingen begrotingsprogramma's

Het ruimtelijk beleid wordt vertaald in het programma Bouwend en Bereikbaar Dordrecht. Verantwoording en inzicht in de financiële consequenties van het gevoerde grondbeleid vindt plaats in de Prognose Grondbedrijf. Met financieel economische haalbaarheid (en financiële kaderstelling) als uitgangspunt, bestaat een wisselwerking tussen het grondbeleid en het ruimtelijke beleid.

In het Coalitieakkoord 2018-2022 is de ambitie opgenomen om in de komende 4 jaar 4.000 woningen te realiseren en daarnaast voor de periode daarna de voorbereidingen te treffen om 6.000 woningen te bouwen. Deels zijn deze ontwikkelingen mogelijk op basis van de huidige Structuurvisie, investeringskaart en kansenkaart wonen. In 2019 wordt een nieuwe Omgevingsvisie opgesteld. Hierin wordt het integrale ruimtelijke beleid van de stad gebundeld en wordt door middel van een programmatische uitwerking uitvoering geven aan de te realiseren ambities.

Vanuit de planmonitor blijkt om de komende 4 jaar 4.000 woningen te realiseren, een aantal gemeentelijke gebiedsontwikkelingen cruciaal zijn. De projecten Stadswerven, Leerpark/Gezondheidspark en Amstelwijck/Wilgenwende zijn noodzakelijk om een substantieel deel van de gestelde ambities in te vullen. Voor deze projecten bestaan lopende of nieuw te openen grondexploitaties. Daarnaast bezit de gemeente Dordrecht een aantal strategische locaties die ontwikkeld kunnen worden door gronden uit te geven, zoals aan de Patersweg, Admiraalsplein, het Scholengebied Noordendijk, Sportpark Corridor en Steegoversloot.

Ook particuliere initiatieven op locaties zonder gemeentelijk grondbezit zullen leiden tot het realiseren van woningen. Deze lijn van ontwikkelingen is voor het Grondbedrijf niet van belang.

Via deze begroting vindt er geen autorisatie plaats van grondexploitaties. Deze begroting is uitsluitend gebaseerd op eerder genomen raadsbesluiten. Indien bijstelling van de begroting aan de orde is, komt dit terug bij de voorlopige prognose 2019 voorafgaand aan de jaarrekening 2018.