Begroting 2019

Financiële begroting

Precario

In het Coalitieakkoord 2018-2022 was sprake van vervroegd stoppen met het innen van precariobelasting op kabels en leiding van nutsbedrijven. Het blijkt echter niet mogelijk om de Dordtse gebruikers hier volledig (en zichtbaar) van te laten profiteren. Bij Stedin komt het wegvallen van de precarioheffing ten gunste van alle afnemers en niet alleen bij de Dordtse gebruikers. Vervroegd stoppen kan daarmee niet worden uitgevoerd binnen de uitgangspunten die daaraan in het coalitieakkoord zijn gegeven en is daarom niet opgenomen in de begroting, in de begroting is een alternatieve oplossing uitgewerkt.

Deze oplossing is gebaseerd op drie inhoudelijke lijnen, twee van deze lijnen vertalen zich direct in een financiële reeks. De derde lijn betreft het uitgangspunt ten aanzien van het begrotingssaldo dat door de gekozen oplossing ontstaat. De eerste twee lijnen vangen de wegvallende precario opbrengsten op.

Bedragen × 1.000

Precario

2019

2020

2021

2022

1

Wegvallende opbrengsten precario *

€ -

€ -

€ -

€ 6.000-

2

Lasten wegen verdelen over gebruiksduur wegen

€ 7.227

€ 6.915

€ 6.597

€ 6.017

3

OZB-heffing in plaats van precario heffing

€ -

€ -

€ -

€ 625

Totaal precario

€ 7.227

€ 6.915

€ 6.597

€ 642

* In de totaaltellingen komt dit bedrag niet terug, omdat dit bedrag al is opgenomen in de Kaderbrief 2019

1. Wegvallende opbrengsten precario
De gewijzigde wetgeving leidt ertoe dat er vanaf 2022 geen precario meer kan worden geheven ten aanzien van kabels en leidingen van nutsbedrijven. Dit was reeds opgenomen in de Kaderbrief 2019. Doordat de wegvallende precario opbrengsten al in de Kaderbrief 2019 waren verwerkt is het effect in de totaaltelling (laatste regel in de tabel) in 2022 dan ook geen € 642.000, maar € 6.642.000.

2. Lasten wegen verdelen over gebruiksduur wegen
Met ingang van 2017 is het vanwege het gewijzigde Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht om (kapitaal)lasten te laten drukken op alle jaren waarin een weg wordt gebruikt.

In de Begroting 2017 en 2018 gebeurde dit met behulp van de reserve Afschrijving. Uit deze reserve werden de kapitaallasten gedekt. In het jaar van aanleg werd deze reserve voor de totale investering gevuld, waardoor financiering feitelijk nog werd geregeld in het jaar van aanleg. In de Begroting 2019 is deze laatste stap echter achterwege gelaten, waardoor de lasten en het gebruik van een weg daadwerkelijk gelijk zijn getrokken. De kapitaallasten drukken rechtstreeks op de exploitatie.

Op de korte termijn levert dit aanzienlijke begrotingsruimte op, welke in de loop van de tijd afneemt als gevolg van toenemende kapitaallasten. Op deze manier ontstaat er tijd om in te groeien in de compensatie van de wegvallende precario opbrengsten in 2022 en verder.

3. OZB heffing in plaats van precario heffing
De gemeentelijke precario opbrengsten vallen volledig weg in 2022. In datzelfde jaar vervalt de doorbelasting van de precarioheffing aan de huishoudens echter slechts gedeeltelijk. Alleen de precarioheffing op de factuur van Evides vervalt, Stedin volgt een jaar later. Dit heeft een lastenverlichting voor de burger tot gevolg. In de jaarschijf 2022 is een bedrag van € 625.000 extra onroerende-zaakbelastingen (OZB) opbrengst opgenomen. Bij een eerste verkenning is vastgesteld dat bij dat niveau geen van de belastingplichtigen wordt geconfronteerd met een (noemenswaardige) lastenverzwaring.


Financiële ruimte 2019-2021
Door de gekozen oplossing ten aanzien van precario ontstaat er in de jaren 2019-2021 aanzienlijke (incidentele) financiële ruimte. In 2019 wordt deze ruimte voor het grootste gedeelte ingezet om geen vertraging op te lopen in de realisatie van de (groei)ambities. De incidentele financiële ruimte in de jaren 2020 en 2021 wordt nog niet bestemd. Eventuele aanwending van deze ruimte wordt afgewogen bij de Kadernota 2020.

Hiervoor wordt een financiële strategie op de verdiencapaciteit van de stad opgesteld. Een financieel kader met uitgangspunten die zorgen dat de groeiambitie structureel wordt verankerd, die begrotingsregels omvat op de inzet van de opbrengsten van Eneco en waarin ook de noodzakelijke vervangingsinvesteringen (onder andere het Stadskantoor) in de toekomst een plaats krijgen. Hierbij wordt tevens afgewogen of het noodzakelijk is dat de OZB opbrengst verhoogd moet worden als ook Stedin geen precario meer in rekening brengt (vanaf 2023). Kern van deze strategie is dat verantwoorde groei nodig is om het gewenste voorzieningenniveau van onze stad structureel in stand te kunnen houden, dan wel te versterken. Deze strategie heeft ook de voorliggende begroting al vorm gegeven.