In de volgende tabel wordt het verloop van de reserves in de periode 2018 t/m 2022 weergegeven.
Startpunt is de stand per 01-01-2018 zoals ook weergegeven in de Jaarrekening 2017, aangevuld met de begrote stortingen en onttrekkingen volgens de Begroting 2018. De stand op begrotingsbasis per 01-01-2019 kan nog wijzigen, aangezien het boekjaar 2018 nog niet afgerond is. Aan het eind van het boekjaar (bij het opmaken van de Jaarrekening 2018) worden de daadwerkelijke stortingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen verwerkt, deze zijn van invloed op onderstaande tabel.
bedragen x € 1.000 | ||||||
Algemene reserve | Reserve grond bedrijf | Overige Bestem. Res. | Bestem. Res. Strat. Invest. | Beklemde Reserves | Algeheel Totaal | |
Stand per 1-1-2018 | 31.551 | 694 | 32.661 | 50.526 | 313.777 | 429.209 |
Toevoeging 2018 | 95 | 13.881 | 11.761 | 125.435 | 30.831 | 182.003 |
Onttrekking 2018 | 11.197 | 11.517 | 15.651 | 107.151 | 141.446 | 286.961 |
Stand per 1-1-2019 | 20.449 | 3.058 | 28.771 | 68.810 | 203.163 | 324.251 |
Toevoeging 2019 | 0 | 7.616 | 4.353 | 32.027 | 13.861 | 57.857 |
Onttrekking 2019 | 750 | 2.000 | 3.519 | 44.661 | 11.234 | 62.164 |
Stand per 1-1-2020 | 19.699 | 8.674 | 29.605 | 56.175 | 205.790 | 319.944 |
Toevoeging 2020 | 0 | 3.943 | 4.196 | 2.000 | 16.781 | 26.920 |
Onttrekking 2020 | 670 | 2.000 | 3.358 | 11.915 | 11.662 | 29.605 |
Stand per 1-1-2021 | 19.029 | 10.617 | 30.443 | 46.260 | 210.909 | 317.259 |
Toevoeging 2021 | 0 | 613 | 6.396 | 2.000 | 10.768 | 19.777 |
Onttrekking 2021 | 0 | 2.000 | 3.123 | 8.561 | 11.664 | 25.348 |
Stand per 1-1-2022 | 19.029 | 9.230 | 33.716 | 39.700 | 210.013 | 311.688 |
Toevoeging 2022 | 0 | 700 | 6.398 | 2.000 | 6.251 | 15.349 |
Onttrekking 2022 | 0 | 2.000 | 2.839 | 586 | 12.360 | 17.785 |
Stand per 1-1-2023 | 19.029 | 7.930 | 37.275 | 41.114 | 203.904 | 309.252 |
Algemeen
Het totaal van de reserves bedraagt per 01-01-2018 € 429,2 miljoen. Deze stand sluit aan op de stand zoals bij de Jaarrekening 2017 is gepresenteerd inclusief het in de reserves verwerkte jaarrekeningresultaat 2017 van circa € 14,2 miljoen (zie paragraaf 4.3.3 Jaarstukken 2017). Na verwerking van de begrote stortingen en onttrekkingen vanuit de vastgestelde Begroting 2018, de voorliggende Begroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022 zien we de totale reservepositie afnemen naar € 309,3 miljoen.
Deze afname wordt vooral veroorzaakt in het jaar 2018. In dit jaar zijn de financieringsreserves (EZH-reserve en inkomensreserve) opgeheven en is het saldo voor een bedrag van € 120,5 miljoen gereserveerd in een nieuwe bestemmingsreserve 'SI Onderwijshuisvesting'. Vervolgens is vanuit deze reserve € 83,9 miljoen onttrokken om de ontwikkelingen op het gebied van de onderwijshuisvesting (doordecentralisatie) op te vangen.
De Algemene Reserve (AR) daalt van € 31,5 miljoen in 2018 naar € 19,0 miljoen in de meerjarenbegroting tot 2021. Deze daling van de algemene reserve is verantwoord, daar deze in relatie is met de gecalculeerde risico's en de overige bestanddelen van het weerstandsvermogen.
Per categorie zijn de reserves hierna op hoofdlijnen toegelicht.
Algemene Reserve (AR)
De Algemene Reserve is onderdeel van het weerstandsvermogen en dient ter afdekking van de risico’s. De afname van de Algemene Reserve in 2019 van € 750.000 wordt grotendeels verklaard door incidentele kosten voor 800 jaar Stad. Daarnaast zijn er onttrekkingen voor de Monumentenlijst, Placemaking/Dordt aan Zet, Ondermijning, Public Affairs en Onderzoek boomziekten.
In 2019 zijn geen stortingen in de Algemene Reserve. Ook in 2020 is er een onttrekking voor 800 jaar Stad.
Algemene Reserve Grondbedrijf
De Algemene Reserve Grondbedrijf dient ter afdekking van de risico’s van het Grondbedrijf. Het saldo van de Algemene Reserve Grondbedrijf stijgt in 2019 fors door toevoegingen van de af te sluiten projecten B&S, Oudendijk en diverse kleinere resultaten. De enige onttrekking in 2019 betreft € 2 miljoen voor Dordtse Kil IV.
Meerjarig zijn toevoegingen te verwachten van de projecten Grote Hondring, Overkampzone, Kilkade, Oud-Krispijn Zuid en Wielwijk. Voor Dordtse Kil IV wordt jaarlijks € 2,0 miljoen onttrokken. Per saldo levert dit tot 2021 een stijging op van de Algemene Reserve Grondbedrijf, de jaren daarna daalt het saldo.
Overige bestemmingsreserves (exclusief SI-reserves)
In 2019 is er een toename van de overige bestemmingsreserves. Ook meerjarig zet deze toename van het saldo door. De mutaties in 2019 betreffen met name mutaties in de parkeerreserve en de bestemmingsreserve onderhoudsfonds Vastgoedbedrijf (VGB). Deze twee reserves zijn samen met de bestemmingsreserve Riool ook voornamelijk verantwoordelijk voor de meerjarige toename van het saldo van € 8,5 miljoen over de jaren 2019-2022.
Bestemmingsreserves Strategische Investeringen
In 2019 is er per saldo een afname van € 12,6 miljoen als gevolg van bestedingen in de projecten; Dordt West, Infrastructuur stadion FC Dordrecht, Westelijk Dordtse Oever (WDO) en overige kleinere projecten. Bovendien wordt vanuit de reserve Onderwijshuisvesting € 30,0 miljoen omgezet naar nieuwe bestemde reserves om politieke ambities op het fysieke en sociale domein te kunnen realiseren.
Voor de jaren 2020 t/m 2022 betreft de toevoegingen alleen Westelijke Dordtse Oever.
De onttrekkingen in de periode 2020 t/m 2022 bedragen in totaal € 20,6 miljoen voor dekking van de bestedingen in de projecten Dordt West (€ 6,8 miljoen), Westelijk Dordtse Oever (€ 11,9 miljoen) en overige kleinere projecten.
Beklemde reserves
Binnen het totaal van de bestemmingsreserves is een tweetal reserves als “beklemde” reserves benoemd, de reserve Afschrijving en de reserve Onderwijshuisvesting. Op de reserve Onderwijshuisvesting vinden in de Begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 t/m 2022 geen mutaties plaats.
Daarnaast dient de reserve Afschrijving ter dekking van de afschrijvingslasten van eerder gedane investeringen. Heroverweging op deze reserve is enkel mogelijk wanneer hier voor ten minste eenzelfde bedrag aan extensiveringen van investeringen tegenover staan. Gezien de omvang van deze beklemde reserves hebben wij deze als aparte categorie opgenomen in de tabel. Het is van belang dat de beklemde reserve Afschrijving voldoende middelen bevat om de meerjarige kapitaallasten van de diverse reeds gedane investeringen, in de toekomst op te kunnen vangen. Om dit te toetsen schrijven de BBV-voorschriften voor om deze vergelijking in de begroting te verwerken. Per 1 januari 2019 is deze reserve € 197,7 miljoen groot, tegenover eenzelfde boekwaarde van de daaraan gekoppelde activa. Dit betekent dat de beschikbare middelen voldoende zijn voor het dekken van de toekomstige kapitaallasten.
Het saldo van de reserve Afschrijving stijgt in de meerjarenbegroting tot en met 2022 tot een begroot saldo van € 198,4 miljoen. Deze hoogte voorziet ook in afdekken van investeringen met maatschappelijk nut. In 2019 wordt hiervoor per saldo € 2,6 miljoen toegevoegd en over de jaren 2020 tot en met 2022 € 1,8 miljoen onttrokken.