In de begroting is via twee inhoudelijke lijnen financiële doorvertaling gegeven aan de Groeiagenda. Er wordt uitgegaan van een stijging van de OZB inkomsten (doortrekken van de lijn vanuit de Kadernota 2018) en van een stijging van het gemeentefonds. De omvang van de groei baseren we op de bouwambitie van 4.000 woningen. De stijging van de inkomsten is gebaseerd op de volgende hoeveelheid extra woningen per 1 januari van desbetreffend jaar:
Woningen | ||
Datum | (t.o.v. 1-1-2018) | Bouwopgave |
1-1-2019 | 500 | 500 (2018) |
1-1-2020 | 1.150 | 650 (2019) |
1-1-2021 | 1.950 | 800 (2020) |
1-1-2022 | 2.900 | 950 (2021) |
1-1-2023 | 4.000 | 1.100 (2022) |
Deze bouwopgave vervangt de oude aanname van te bouwen woningen, zoals gedaan bij de Kadernota 2018. Bij het te realiseren bouwvolume hoort het volgende financiële effect in de Begroting 2019.
Bedragen × € 1.000 | |||||
Effect Groeiagenda (woningbouwprogramma) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
1 | Stijging Gemeentefonds | € 330 | € 759 | € 1.287 | € 1.914 |
2 | Stijging OZB inkomsten | € 44 | € 30 | € 37 | € 177 |
Totaal Groeiagenda | € 374 | € 789 | € 1.324 | € 2.091 |
De inschatting van de extra opbrengsten per woning zijn conservatief geraamd, zowel voor de OZB als voor de algemene uitkering. Bij de OZB is bijvoorbeeld uitgegaan van een WOZ-waarde van de nieuw te bouwen woningen van het huidige gemiddelde.